De toerist

28 februari 2016 - Quillacollo, Bolivia

Sorry voor de vertraging, maar ik had gisteren even een bijzonder intieme relatie met mijn toilet. Alles is inmiddels weer helemaal goed en gelukkig hebben ze hier ook crackers, bananen en water ;). 's Avonds maakte Jackeline haar huis-tuin-en-keuken middeltje voor mijn arme buikje en na heel veel slaap ben ik weer zo goed als de oude. 

Deze week eindelijk alle moed en zin bij elkaar geraapt om eens verder te kijken dan de boerderij groot is, of het bereik van de auto en het sociaal contact van de familie rijkt. Zoals wellicht de meesten van jullie al weten of inmiddels hebben gelezen ben ik gek van haken. En het is ook heel functioneel, want ik slaap al weken onder mijn fantastisch zachte wollen omslagdoek en ook tijdens het schijven in de avonden is het lekker om iets warms om je heen te hebben. Hoe dan ook, in het land van de alpaca moet je eigenlijk ook iets van het handwerken hebben gezien. Ik keek wat rond op internet en kwam erachter dat er een Nederlands bedrijf is, of in ieder geval een bedrijf dat ik Nederland een winkel heeft, en die in Bolivia produceren. Om precies te zijn, in Cochabamba! Dus ik trok de stoute schoenen aan en heb een mail geschreven naar Asarti (http://www.asarti.com) met de vraag of ik langs mocht komen om te zien hoe ze te werk gaan. Tot mijn verrassing kwam er een heel positieve reactie en mocht ik aanstaande maandag langskomen. 

Hoewel ze een winkel hebben in Cochabamba, doen ze hun productie in  Tiquipaya, een dorpje/stadje zo’n 20 minuten rijden van het centrum van Cochabamba en ook vanaf de boerderij. Jackeline had aangeboden om me te brengen, alleen begon het er al mee dat we de afgesproken plek niet konden vinden. Jester, de eigenaar en contactpersoon, zou mij om half vier ophalen van Plaza de Trojes, maar die plek was nergens te vinden en mensen wisten ook niet waar het dan moest zijn. Handig, maar na een telefoontje bleek de plaza principal ook prima. En daar stond ik dan als lange blanke toerist. De plaza deed me een beetje denken aan de plaatjes die ik van Cuba ken. Aan het hoofd het grote gemeentehuis wat een beetje koloniale stijl heeft, op de plaza zelf legio bankjes, plantenbakken en een wirwar aan tuinslangen om alles mooi groen te houden. Het enige wat vreemd was, zo vreemd dat Jackeline er zelfs over begon, was de soort van muziektent. Het vierkante plein had aan de voorkant bij het gemeentehuis een fontein staan (zonder water) en aan de achterkan een soort, ja ik ken het als een muziektent, zeshoekig, een verhoging en een puntig dak. Het vreemde eraan was dat het dak van knalblauw glas. Er zal vast iemand zijn geweest die het erg mooi vond, maar het paste absoluut niet in de omgeving. Het was rustig en gelukkig leken de mensen zich weinig van mij aan te trekken. Ik voel me hier af en toe zo bekeken… 

Niet lang nadat Jackeline weg was gereden stopte er een bijna luxe auto, als in zo eentje waar de bumper niet halverwege hangt, de riemen daadwerkelijk aanwezig zijn en waarvan waarschijnlijk zelfs de lampen werken, met een zoekende man achter het stuur. Het geval als je met mensen afspreekt is dat je vaak niet weet hoe ze eruit zien. Ik heb wel eens een tijdje op een bankje zitten wachten, totdat ik erachter kwam dat degene op wie ik wachtte op het volgende bankje zat… Inmiddels heb ik geleerd om voor de afspraak even snel op Facebook of LinkedIn te zoeken naar een foto. Niet altijd een succes maar regelmatig levensreddend. In dit geval was het natuurlijk allemaal een stuk makkelijker, Nederlander zoekt Nederlander in een Boliviaans dorpje waar volgens mij nog bijna nooit een toerist is geweest. 

Aangezien hun werkplek, en naar ik later hoorde ook hun huis, geen adres heeft, zelfs maar in de vorm van een straatnaam, was het makkelijker om het zo te regelen. Tiquipaya ligt iets meer naar het oosten dan Quillacollo en dichter tegen de bergwand aan, vlak bij het nationaal park Tunari. De omgeving is schitterend groen en onderweg vertelt Jester mij dat de streek bijzonder geschikt is, en dus gebruikt wordt, voor het kweken van bloemen omdat al het water van de bergen langs het dorp stroomt. De velden heb ik niet kunnen zien, maar gezien de vele bomen geloof ik het gelijk.

Hij vertelt me ook alvast wat meer over het bedrijf. De ouders van zijn vrouw, Nicole, zijn de oprichters van Asarti. Tot een aantal jaren geleden was het een bijzonder groot bedrijf met zo'n 100 werknemers die in een grote fabriek niet ver van de huidige locatie alle kleding maakten. Zo'n twee jaar geleden gaven zij aan dat er iemand moest zijn die de zaken in Bolivia over moest nemen, dus zijn Jester en Nicole over gekomen. En spijt hebben ze er niet van. Het bedrijf loopt goed genoeg om er plezier in te kunnen hebben en met het hele jaar door 25 graden kun je nauwelijks klagen over het weer, zo verzekeren ze mij. Inmiddels is het bedrijf wel wat gekrompen. De fabriek is verkocht en alles bij elkaar werken er nog zo'n 25 werknemers.

Een deel van deze werknemers werkt er vast, een andere deel alleen voor een bepaald project en behoorlijk wat vrouwen werken ook vanuit thuis. Deze vrouwen hebben kinderen waar ze op moeten letten en op deze manier kunnen ze toch werken. Over het algemeen geldt er hier een 44-urige werkweek voor vrouwen en een 48-urige werkweek voor mannen. Dus voor de mensen die denken dat Nederlanders altijd werken, er zijn mensen die vaker werken (ja, je weet als het over jou gaat;)). 

Hoe dan ook, voor de mensen die intussen al een blik op de website hebben geworpen, de spullen die ze verkopen zijn niet goedkoop. Ten eerste is dat natuurlijk omdat het handwerk is en dat het van goed materiaal is gemaakt. Eenmaal aangekomen krijg ik een rondleiding langs het hele traject en word ik tussen neus en lippen nog even geïntroduceerd bij Nicole die nog niet helemaal op de hoogte was dat ik vandaag zou komen. Het begint met de ontwerpen die zij zelf maakt, altijd uniek en altijd maar voor 1 keer. Momenteel worden in de winkel in Cochabamba de 'oude' voorraden verkocht, maar voor de producten naar Nederland wordt alles nieuw gemaakt. Met behulp van een schema als patroon weven/breien de vrouwen met een machine (zie foto) de stukken van elke trui. Hoewel ze hulp hebben van een machine, wil dat niet zeggen dat het geen handwerk is. Voor elke toer moeten de vrouwen bepalen waar de kleur aan de rechtse kant (dus de buitenkant) en aan de averechtse kant terecht komt om zo het patroon zichtbaar te maken. Kortom minder intensief dan het met de hand doen, maar nog steeds veel werk en tijd dat erin gaat zitten. Vervolgens zetten andere vrouwen de onderdelen van de kledingstukken in elkaar en wordt het patroon nagelopen op eventuele gaatjes of andere oneffenheden die worden gedicht. Als laatste vindt er nog een wasbeurt en een strijkbeurt plaats en worden nogmaals oneffenheden of andere foutjes gecorrigeerd. En op deze manier maakt het bedrijf ongeveer 100 kledingstukken per maand. 

Maar net als ieder ander die probeert om handgemaakte stukken te verkopen, loop je tegen het probleem aan dat mensen niet altijd willen betalen voor het gedane werk. Met de kledingindustrie die steeds goedkoper gaat produceren zien mensen niet in waarom ze een trui van 300 euro moeten kopen terwijl ze er bij de C&A bij wijze van spreken eentje voor 30 kunnen kopen. Nu ten eerste kan ik je vertellen dat er veel werk in zit. Dat het kledingstuk uniek is, maar dat het ook echt gemaakt is zoals het hoort te zijn. Mensen zijn er actief mee bezig geweest, hebben het bewust in hun hand gehad en zijn betrokken geweest bij de hele productie. Dat is tegenwoordig al iets wat je eigenlijk nergens meer vindt, tenzij je een geweldige tante of zus hebt die het voor je breit of haakt ;). Ten tweede is het materiaal dat ze hier gebruiken van ongelooflijk goede kwaliteit. Ze laten het overkomen uit La Paz van gerenommeerde bedrijven waarvan ze weten dat de alpacawol evenredig is geweven. De katoen komt uit Peru. De selectie van het materiaal en de nauwkeurigheid van productie maakt het tot iets dat je maar 1 keer in je leven aanschaft (en vooruit, na een beetje sparen) maar het is wel iets waar je de rest van je leven plezier van hebt. 

Even snel, nee ik ben niet betaald, onder druk gezet of omgekocht met wol voor het schrijven van deze lovende recensie. Maar wat ik wel vind is dat handgemaakt werk, en daadwerkelijk ambachtelijke productie van zaken is verdreven door de commercie en koopzucht van veel mensen. En voordat ik veel verval in een half-filosofisch geredeneer over onze consumptiemaatschappij nog even dit, ik vind dat we af en toe best wel eens wat meer mogen nadenken over wat we kopen en waarom. En soms, mag je jezelf ook gewoon kietelen (behalve als je niet van kriebelwol houdt natuurlijk).

Jester ziet de toekomst van het bedrijf en de afzet echter steeds minder in Europa en Noord Amerika en steeds meer in Bolivia. De economie hier groeit ongelooflijk hard elk jaar, waardoor steeds meer mensen de mogelijkheid hebben om dit soort spullen te kopen. Daarnaast maakt de export van producten de prijs voor het buitenland des te hoger. Ik ben een aantal dagen later in de winkel hier in Cochabamba geweest (blij dat ik de creditcard niet mee had) en de prijzen liggen hier wel iets lager, maar het is dan ook oude collectie. Een ander probleem is het postsysteem hier. Als individu kun je eigenlijk niets voor elkaar krijgen. Zo heb ik uit Nederland een kaartje meegenomen voor een andere Nederlandse vrijwilliger hier omdat de kans dat hij aankomt via reguliere post minimaal is. Als bedrijf gaat dat beter aldus Jester. Maar hij laat me daarna de dikke stapels papier zien die gepaard gaan met de export. Hij moet persoonlijk naar het vliegveld rijden voor alle stempels, een specifiek aantal kopieën van elk document hebben en met een simpele spelfout word je zonder pardon naar huis gestuurd. Deze kosten, maar ook de oplopende bureaucratie samen met de opklimmende Boliviaanse economie maken dat ze verwachten dat de zaken in het buitenland hun daling zullen doorzetten en ze het van de lokale markt zullen moeten hebben. 

Zo heel erg vinden ze dat misschien ook niet, omdat ze met deze mate van productie ook nog plezier kunnen hebben in het bedrijf, ze kunnen genieten van hun twee kindjes en doen wat ze het liefste doen. En hoewel het bedrijf alles was wat ik niet had verwacht, was het een leerzame en vooral inspirerende ontmoeting die ik ook graag met jullie wil delen. Op het einde gaan we nog even naar een van de vrouwen die bezig is met een nieuw ontwerp, een gehaakt tasje! Het ontwerp is, voor de mensen die kunnen haken, erg simpel met enkel vasten en wisselende kleuren voor het zichtbaar maken van het patroon. Het was erg leuk, met een beetje aardse kleuren en het patroon deed me denken aan de typische rugtassen uit Peru, beetje Inca-achtig. Toch kon ik het niet laten om wat kleine tips te geven voor het tasje. Het was ook hun eerste haakproject, nu een proefexemplaar voor een opdrachtgever in de VS en hopelijk straks een bestelling van 80 stuks die van de zomer klaar moeten zijn. Zo gaan veel van de bestellingen. Behalve de winkel hier en in Leiden krijgen ze vaak losse opdrachten voor een x aantal kledingstukken van opdrachtgevers uit de VS/Canada/Europa. Soms is het dan best wel lastig om de punctualiteit van de Bolivianen te matchen met die van de opdrachtgevers, omdat die eerste het niet zo heeft op tijd. Ik heb ook sinds ik hier ben nog eigenlijk geen dag mijn horloge aan gehad, want het maakt toch niet uit. 

Nicole zet mij op de terugweg af bij de hoofdweg tussen Quillacollo en Cochabamba waar ik de trufi terug naar huis kan pakken. Heeft Jackeline me voor niets vier keer rond gereden in Tiquipaya om te laten zien vanaf waar ik de trufi kon pakken, maar ik was Nicole erg dankbaar. Is toch een soort van veilige start voor mijn eerste trui-avontuur. Onderweg hebben we het over paarden, natuurlijk, en vertelt ze dat ze een vriend heeft in La Paz die nog een nieuw huis zoekt voor een pony. Je raadt het al, de foto's worden opgestuurd en het wordt overwogen. Na haar hartelijk bedankt te hebben voor de gastvrijheid en de lift, sta ik aan een drukke weg te wachten op een busje en besef ik me opeens weer hoe ver ik van huis ben.

Het busje is overvol, natuurlijk. Maar ik pers me ergens in het gangpad en als ik op mijn hurken ga zitten en me vasthoud aan wat stoelen gaat het redelijk goed. Gelukkig stappen er snel mensen uit en kan ik enigszins comfortabel ergens plaatsnemen. Enigszins want ik kom tot de conclusie dat ze hier niet ingesteld zijn op vervoer van Nederlanders met lange benen. Na een omzwaaier langs een of ander dorpje, tijdens welke ik angstvallig mijn hart vasthoud of ik inderdaad de goede trufi heb genomen, komen we uiteindelijk bij de bioscoop waar ik uit moet stappen. Ondertussen heb ik de heerlijke geuren van vers brood moeten weerstaan en drie keer moeten slikken toen er  een man met een mancheti instapte, maar ik ben veilig en wel thuis. De prijs voor mijn 20 minuten durende rit? Nog geen 50 eurocent... 

Vanaf de rotonde is het nog geen 10 minuten lopen naar de boerderij. Jackeline had aangeboden me op te halen, maar ik was eigenlijk wel eens benieuwd om over straat te lopen. In het begin veel kraampjes met brood en andere spullen. Het laatste stuk zijn alleen maar winkels met auto onderdelen, volgens mij van alles en nog wat. Tegenover het huis is ook een soort autosloperij, auto's waarbij zelfs het tape niet meer werkt worden uit elkaar gehaald en de onderdelen worden weer verkocht. Niemand die raar opkijkt als ze ergens een nummerbord op aan het schroeven zijn of als je even een auto onderdeel gaat kopen. Ach, wat is het leven hier toch heerlijk simpel!

Foto’s

7 Reacties

  1. Miranda & Michel:
    29 februari 2016
    Hi Lara, fijn dat je al weer bent opgeknapt! Wederom was je blog weer leuk om te lezen. Groetjes M & M
  2. Anne-Marie:
    29 februari 2016
    Hey Lara,
    Zo te lezen heb je het best naar je zin gehad op je eerste echte uitstapje, en gelukkig ben je weer heelhuids 'thuis'gekomen!
    Ik wacht vol spanning op je volgende tripje!
  3. Caro:
    29 februari 2016
    Blijft één groot avontuur uit n soort van Kuifje stripboek, geweldig!
    Is het af en toe niet behoorlijk druk in je hoofd van alle indrukken en ervaringen....?
  4. Oma en Opa van Damme:
    29 februari 2016
    Hoi Lara. Wat hebben we weer genoten van je belevenissen en de manier waarop je
    dit brengt hartstikke leuk en dat je de moeite neemt ons dit te vertellen er gaat een
    wereld voor ons open .Hier gaat alles zijn gewone gangetje het is gelukkig niet zo
    koud meer en vorst is verdwenen laat de lente nu maar komen!!.
    Zo ik ga er mee stoppen. HET Is 10 uur geweest en krijg zin in mijn bed. gr Oma Opa.
  5. Broer:
    1 maart 2016
    Bom Dia Lara.Met heel veel plezier jou verhaal gelezen(2x).Ik zie je daar tussen de mensen lopen.Nederland dat komt pas in je gedachten bij het schrijvan.Wat mij opviel was dat die juf het had over vooruitgang.Dus fabrieken en dan is handwerk te duur en kan niet op tegen de fabriek.Jammer.Ik kocht wel eens iets,duurder dan normaal maar nog onder de prijs dat het moest zijn.Het allerbeste en tot schrijfs. Gegroet Broer
  6. Willy in t veld:
    2 maart 2016
    Wat een super onderneming van jou heel veel plezier groet uit middelburg
  7. Astrid:
    3 maart 2016
    Hoi Lara,
    wat leuk dat je een bezoek hebt gebracht aan dat Nederlandse bedrijf.Handwerk is inderdaad vrij prijzig,maar dat zie je er meestal wel aan af.Ik weet nog hoe trots ik was op mijn eerste zelfgebreide babytruitje,maar wat heb ik er van genoten toen Linda het droeg.Veel succes nog!
    Groetjes Astrid.