Op pad met Doña Pastorita en Juan Paulo

8 april 2016 - Tarija, Bolivia

Nu, ik breek me dus inmiddels al bijna twee dagen het hoofd over wat ik nu weer eens aan jullie zal schrijven. Het leven in Tarija is niet zo heel spannend. Ik ben inmiddels zo goed als ingeburgerd, wandel bijna blind naar kantoor en de mevrouw waar ik mijn ontbijt altijd haal viel bijna van haar krukje toen ik vanochtend opeens mijn bestelling veranderde.

Wellicht dat ik een beetje ontmoedigd ben door de lege stad afgelopen zondag, of door de bloedhete zon die elke dag haar wet doet gelden. Het kan hier tussen de middag makkelijk 40 graden worden in de zon op mijn balkonnetje, niet bepaald aantrekkelijk om er eens goed op uit te gaan. De bezoeken aan de scholen, of eigenlijk de ene school die ik heb bezocht voor het programma was niet heel veel anders dan de andere scholen. Al zijn de scholen hier wel wat wijder opgezet dan de scholen die ik in Oruro heb gezien. Maar het was dan ook een aardige trip vanaf de stad, zo’n 2-2,5 reizen met een taxi. De taxi’s vertrekken vanaf het noorden van de stad en vertrekken alleen als ze vol zijn. Geweldig dus, want wij stonden braaf om kwart voor 7 op de afgesproken plek, maar we mochten toch mooi nog ruim bijna 3 kwartier wachten voor we er in vliegende vaart vandoor gingen. Bedenk deze taxi’s zijn ook omgebouwd zodat er veel meer mensen in kunnen. Knus voor de mensen achterin, maar ik kon mooi het plekje aan de voorkant inpikken. Want we waren als eerste en dus zei Norman heel stellig dat ik mijn tas vast op de stoel moest zetten. En inderdaad droop de een na de ander af. De rit in vliegende vaart, nou dat kun je wel zeggen. We vlogen door de bochten alsof de chauffeur zeker was van een valkussen onder aan het ravijn en de assen waren het er ook niet echt mee eens. Maar veel sneller dan verwacht kwamen we aan in El Puente. Een dorpje, want meer is het niet, waar alles draait om de betonindustrie. Het zand uit de omgeving wordt gebruikt voor de productie van vanalles en veel mensen die er wonen werken dus ook in deze sector. Er zijn twee scholen, verborgen vanaf de grote weg naar Tarija, een collegio en een basisschool. We bezoeken de eerste en worden al snel binnen gelaten bij de directeur. Een jonge man en de eerste die ik zie die niet volledig in pak is, al is zijn overhemd wel een duidelijk teken van iets hogere status. We praten gezellig en Norman zorgt meteen voor wat updates over het programma en hoe het ermee gaat. Daarna zijn er twee docenten die er al vanaf het begin af aan bij zijn en ook wel wat informatie willen delen.

Net als we op het punt staan na een laatste foto weg te gaan, nodigt de directeur ons uit voor een bordje soep. Norman legt uit dat het hier normaal is om halverwege de ochtend te eten, en eerlijk is eerlijk met een schamel ontbijt van crackers gaat een goed bord soep met aardappels en vlees er best in. Eten is hier op een of ander manier een raar thema. Het is me sinds in Quillacollo heb verlaten nog niet gelukt om een patroon te ontwikkelen. In Oruro gooiden de uitbundige weekenden met Enrique en Sigrid roet in het eten, naja ik klaag niet hoor. En hier schijnt het ook elke dag weer anders te zijn. Norman heeft een lijst met restaurants gegeven en inmiddels ben ik mijn angst voor voedselvergiftiging ook een beetje verloren en durf ik best een restaurant binnen te lopen. Zo had ik laatste een tentje hier vlakbij het kantoor waar ik tussen de middag snel een bordje bife naar binnen heb gewerkt voor maar 13 Bs. Het was heerlijk, een dun lapje rundvlees met een beetje pittige saus met paprika en ui en rijst en aardappel. De dag daarna was het avondeten warm en had ik 1/4 kip met friet en rijst gehaald vlak bij mijn hotel. Wat ik vervolgens heerlijk onbeschoft weg heb zitten kluiven voor de televisie. Maar ik had zo onderhand wel weer eens zin in een echt restaurant, Norman raadde Gattopardo aan, een restaurant op de plaza principal ongeveer 10 minuten lopen vanaf het kantoor. Gattopardo zag er bijna chic uit. Met grote houten tafels en bankjes aan het raam, in het midden stoelen met een kussentje, hoge plafonds en grote ramen die volledig naar boven waren geschoven. Op de kaart staat bijna alles, maar ik kies uiteindelijk voor de bife chorizo, wat goed door kan voor biefstuk maar vaak lekkerder is. Laat je trouwens niet misleiden door de naam, want chorizo wil alles behalve gekruid zeggen, alleen de normale grote hoeveelheid zout erop doet het. Terwijl ik genoot van mijn fanta en me afvroeg waarom ik ook alweer een frisdrank had gekozen en geen versgeperst sap, keek ik naar de mensen die buiten rond liepen. Steeds meer, en het restaurant ging ook steeds voller zitten. Mijn tafel trouwens ook. Na de fanta kwam er twee schaaltjes, 1 met zout en peper enzo en 1 met pittige saus, ketchup, guacamole en -jawel- aioli en een schaaltje brood. Toen kwam er een groot bord met salade, inclusief tot mijn grote vreugde komkommer. En uiteindelijk een bord friet en een bord met niet 1 maar twee stukken vlees, en ja gewoon van het formaat dat je ze in Nederland ook krijgt. Met de jus aan alle kanten ernaast. Of eigenlijk zag het er gewoon uit alsof ze er van een eindje opgegooid waren. Maakt mij het uit, ik wil gewoon lekker eten. Vervolgens heb ik eerst mezelf uit zitten lachen omdat ik bijna meer aan het genieten was van de drie plakjes komkommer en het brood met aioli dan van de twee grote stukken vlees en de vers gebakken frietjes. Ach, je kunt er maar blij mee zijn toch? Alleen had Norman dus niet verteld hoe veel het zou zijn, het was echt veel. Maar ik heb het bijna schoon opgegeten, alleen de sla heb ik laten liggen omdat het schijnt dat je daar nogal ziek van kunt worden omdat alle beestjes daar zelfs na het wassen nog in achter blijven. 

Terwijl ik onder de net toegevoegde last mijn weg naar huis weer vond, liep ik langs drie jongen die aan het kaarten waren. Een van hen had een shirt met ‘Eindhoven’ op de achtergrond. Inmiddels ben ik al meerdere keren uitgemaakt voor schijtluis en dombo omdat ik niets tegen ze heb gezegd. Nou, er is een reden waarom ik nog single ben ;). En stiekem is het wel leuk om een binnenpretje te hebben en meer over andere mensen te weten dan zij over jou. Gelukkig maar dat ze voorkant van  mijn shirt niet zagen want daar stond heel charmant ‘Vrijheid geef je door’. Nog een dingetje over eten en dan hou ik erover op, mijn ontbijt vanochtend. Ik had netjes mijn gefrituurde brood gekocht en was naar kantoor gegaan. Trouwens even voor de goede orde, gefrituurd brood is niet echt gefrituurd brood. Het is deeg van water, bloem, gist, zout en hier ook een beetje suiker dat als een pannenkoek wordt gekneed en vervolgens aan beide kanten kort in olie wordt gefrituurd. En ja, het is heerlijk. Maar goed eenmaal op kantoor zei Norman dus dat we later even wat gingen eten. Dat even wat eten bleek te gebeuren bij Doña Pastorita, het restaurant waar het moet gebeuren. Het schijnt dat als je geen Saice hebt gegeten in Tarija, dan ben je niet in Tarija geweest, en als je het niet bij Doña Pastorita hebt gegeten dan heb je het eigenlijk niet gegeten. Nu, vooruit dan maar weer. De mensen stonden bijna in de rij en volgens Norman is dat nog erger vanaf 8:30 in de ochtend (het was inmiddels net 10 uur geweest). Wat hier ontbijt wordt genoemd, zou ik iets anders willen noemen, iets dat meer in de buurt komt van een volledige avondmaaltijd… Het was gehakt met aardappelen en erwten in een beetje pittige saus, met rijst, pasta, gedroogde aardappel met ei (heel lekkere moet ik toegeven) en salade. En alsof dat nog niet genoeg was een kleine kan met een drankje dat een beetje naar kaneelmelk smaakt. Koud en niet vies maar even omschakelen. Het kostte me grote moeite om alles weg te krijgen, maar god wat was het lekker. Veel mensen eten dit dus hier als ontbijt en het liefst in dit restaurant. Waarschijnlijk ook omdat hier gedurende de dag vanwege de warmte weer minder wordt gegeten en de mensen ’s avonds weer groot uitpakken. Wellicht hoef ik toch niet zoveel nieuwe kleren te kopen als ik terug ben ;)

Gisterenavond had ik mijn laatste ontmoeting hier in Tarija, met een school die is opgericht in het noorden van de stad. De docente die ons ontving vertelde dat veel van de mijnwerkers van de antiplano met een beetje geld verhuisden naar Tarija en zich vestigden in de buurt rondom de school. Er was niet veel, maar toen er later een pater langs kwam met, je raadt het al, de naam Juan Paulo, gaf hij zijn naam aan de school. En sindsdien is de school steeds groter geworden. De school is geen onderdeel van het Chaski programma maar heeft momenteel een programma voor TIC Mujeres, waarbij meisje dus leren om computers te onderhouden. Erg belangrijk voor de school omdat de computers als ze niet werken in de salon de computadores kunnen worden gerepareerd zonder dat ze iemand van buitenaf moeten inhuren. Ik had in de auto nog aan Norman gevraagd wat het idee van de avond precies was. Om ideeën uit te wisselen over het programma en het gebruik van computers, oké een avond voor mij dus. Dat liep iets anders dan verwacht. We werden hartelijk ontvangen en gingen allemaal rond een grote tafel in het midden zitten. Natuurlijk had ik weer de enige stoel met een losse zitting en zat ik bijna klem tussen een frame en de vloer maar zelfs dat werd me vergeven. Met de ouders en de leerlingen die deel uitmaken van het programma TIC Mujeres, praatten we over van alles en nog wat, met name de verschillen tussen Nederland en Bolivia. We praatten over het belang van computers en hoe dat anders is in Nederland. En toen kwam natuurlijk de vraag waar je op kunt wachten, wat is nu het verschil tussen de kinderen hier en de kinderen in Nederland. En dan moet je toegeven dat je eigenlijk dierwetenschappen als achtergrond hebt en eerlijk is eerlijk sinds je van de school af bent er weinig meer mee te maken hebt gehad. Maar uiteindelijk een mooi antwoord weten te formuleren over het verschil in cultuur. Langzaam aan komen dan de tongen los en vliegen de leukste vragen over tafel van de leerlingen. Wat voor eten ik hier al heb gehad, wat ik al heb gezien in de omgeving en wat mijn hobby's zijn. Ondertussen werd er allerlei eten en drinken rond gedeeld. De moeders hadden allemaal iets bereid om te delen. Norman had het yoghurt-fruitdrankje (Kalpur :)) mee dat hier erg veel gedronken wordt uit de zakjes waarin je ze koopt. Andere ouders hadden een soort bowl gemaakt, en ja ik heb mijn belofte om geen aardbeien te eten verbroken. Maar ik bedacht dat dit geen Cochabamba is en de cultuur anders is, en dat de aardbeien een beetje gekookt zijn en dat het bij elkaar niet meer dan een paar plakjes was. Tot nu toe trouwens nog geen nadelige effecten van ondervonden. Ook de bekende gelatine, felrood maar wel lekker koud en gigantisch zoet, kwam langs. Daarna kwam een toast met wijn (voor de volwassen) op mijn aanwezigheid, de bijdragen van Ayni en kreeg ik cadeaus van de moeders. Een traditionele hoed uit de regio, een mooie omslagdoek en een krans van chrysanten die me heel erg aan thuis deed denken. En ook aan opa en oma, van wie ik hoop dat ze mijn verhalen in ieder geval meemaken al kan ik ze er niet meer over vertellen. 

En toen ik de ouders bedankte voor hun aanwezigheid en hun gastvrijheid merkte ik tot mijn verbazing dat er bijna een brok in mijn keel zat. De docent had mij zojuist overladen met een dankbaarheid die ik nog niet kende. Als ik inderdaad deze stage alleen wilde doen voor de ervaring met ontwikkelingswerk dan was dit de genadeklap, dit wil ik meer doen. Wat ik Nederland niet meer dan cijfers, verslagen en mails zijn, is hier een daadwerkelijke verandering. Een mogelijkheid voor de toekomst van die meiden die net als jij en ik later allerlei toffe dingen willen gaan doen. Na nog meer zoetigheid, in de vorm van taart, empenadas met zoete vulling en Rosquetes (soort merengue) sloten we af. Omdat ik van alles meer had gekregen dan de rest, moest ik nog een bordje mee nemen voor het ontbijt voor morgen want de helft nemen mocht niet. Al heb ik nog wel een stukje taart af kunnen staan omdat er niet genoeg was. De ouders bedankten me een voor een voor mijn inzet, dat ik zo’n inspirerend persoon ben en wensten me alle geluk in de wereld. Mocht ik nog eens terugkomen, dan staan de deuren van de familie Juan Paulo altijd open. En uit de grond van mijn hart kan ik zeggen dat ik hen ook het allerbeste wens. Ze hebben mij niet alleen een waardevolle ervaring in Bolivia gegeven, maar tevens een ervaring die ik de rest van mijn leven mee zal nemen. 

Voor nu bestaat de rest van mijn leven echter uit een nieuw avontuur. Vanavond en morgen ga ik nog een beetje de toerist uithangen in Tarija en zaterdagavond ga ik door naar Bermejo. Dit dorpje letterlijk op de grens met Argentinië (ja, daar ga ik dus ook nog een dagje heen) is nog warmer dan hier. Ik heb een of ander ecohotel geboekt aan het einde van een weg die ik niet kan vinden op de kaart, dus we gaan het zien. Ik weet niet wanneer, maar jullie horen ervan. En nu ga ik verder uitbuiken…

Foto’s

5 Reacties

  1. Robert:
    8 april 2016
    Wordt dit ook in een bundel uitgegeven :)
  2. Anne-Marie:
    9 april 2016
    Hey Lara,
    Gelukkig kun je tussen al het eten door ook nog wat scholen bezoeken! Tjonge, waar laat je het allemaal? Herken ik jou straks nog wel als je terug bent?
    Het klinkt zo lekker!
  3. Broer:
    9 april 2016
    Hallo Lara
    Met veel plezier gelezen.Damen met de familie te eten,versterkt de vriendschap en dat heeft weer zijn invloed op je werk.Proficiat.net vele groeten Broer.
  4. Renate de Jong:
    9 april 2016
    Prachtige verhalen allemaal. En inderdaad veel eten haha. Toch belangrijk.
    Mooi dat men zo dankbaar kan zijn.
    Geniet er nog van en sterkte met de hitte!!
  5. Han en irene van dorsselaer:
    11 april 2016
    Hoi Lara,
    Ik hoop dat je onze vorige e-mail ook ontvangen heb, want wij volgen je roman ook op de voet. Wij herkennen veel van wat we hebben meegemaakt in Roemenie: een kleuterschool zonder meubeltjes of speelgoed en een aarden vloer, een lagere school zonder één boek of papier, je kunt het niet geloven. Toen we gestopt zijn was de school een voorbeeld school, dat was erg leuk. Geniet nog van de volgende tijd die je daar doorbrengt en heel veel groetjes, ook van ome Han.
    Tante Irene.